Kleding op het werk, daar kunnen de meningen nogal eens over verdeeld zijn. Hoe ga je er als werkgever mee om? En wat zijn de huidige trends als het gaat om dresscode op de werkvloer? Hierover geeft imagocoach Patricia Knubben haar visie.
Imagocoach Patricia Knubben:
“Ga als werkgever het gesprek aan met medewerkers over de kledingstijl”
Hoe ga je als werkgever om met dresscode op de werkvloer? Is een kledingrichtlijn nog wel van deze tijd? “Mijn ervaring is dat werkgevers het lastig vinden om medewerkers aan te spreken op hun kledingkeuze. Vaak gaat het niet alleen om wat iemand aantrekt, maar om algehele verzorging. Dat moet je bespreekbaar kunnen maken. Niet iedereen hoeft er hetzelfde uit te zien. Eigenheid is belangrijk, maar je hebt ook rekening te houden met de bedrijfscultuur”, aldus Patricia Knubben, imagocoach.
“Er is zeker iets veranderd in de afgelopen jaren. De diversiteit aan kledingstijlen is groter dan ooit. Dat zie je ook terug op de werkvloer. Lang niet alle vrijetijds-outfits zijn geschikt om op het werk te dragen, maar het verschil tussen wat mensen dragen op kantoor en in hun vrije tijd is wel kleiner geworden. De grootste veranderingen zijn de sneaker en de jeans op het werk. Tien jaar geleden was dat nog ondenkbaar. Ook in formele omgevingen zoals bij banken is de dresscode erg versoepeld”, aldus Patricia.
Zo lijkt de stropdas langzaam uit te sterven. In 1998 al, baarde Prins Claus opzien door tijdens zijn toespraak zijn das los te maken en op de grond te gooien. Dit gebeurde tijdens de uitreiking van de Prins Claus Prijs. Zijn toespraak gaat de geschiedenis in als 'The declaration of the Tie'. Volgens Patricia heeft de zogeheten casual business tendens twee kanten. “Casual kleding kan de drempel verlagen tussen management en de werkvloer. Je creëert een gelijkwaardiger gespreksniveau. Anderzijds is er binnen een organisatie soms ook behoefte aan autoriteit en hiërarchie en kan kleding hieraan bijdragen. Dat hangt mede af van de bedrijfscultuur, maar ook van de branche. In de reclamewereld geldt een andere dresscode dan bij de bank” aldus Patricia. “Maar te allen tijde geldt: beter overdressed dan underdressed.”
“Ik vind het belangrijk dat je jezelf kunt zijn, een eigen identiteit hebt en die toont”
“Corona, diversity en inclusie, zelfs de oorlog in de Oekraïne heeft invloed op de kleding. De herfst- en wintermode is nog nooit zo kleurrijk geweest als dit seizoen. Ik heb sterk het gevoel dat het een reactie is op de recente coronacrisis en op de oorlog, als tegenwicht aan somberheid en onzekerheid die deze situaties en de gevolgen ervan teweegbrengen. Corona heeft vooral het thuiswerken een boost gegeven. Niet meteen strak in de make up en lekker in het huispak achter de laptop. Ook dit heeft een keerzijde. Ik hoor van veel mensen dat ze het juist weer fijn vonden om representatief gekleed naar het werk te gaan. Dat gaat niet alleen over kleding. Als je je ’s morgens lekker verzorgt, krijg je energie en voel je je gewoon beter.”
Een thema dat steeds meer speelt is diversity en inclusie. “Ik vind het belangrijk dat je jezelf kunt zijn, een eigen identiteit hebt en die toont. Anderzijds ontkom je er niet aan rekening te houden met je omgeving. Straal uit wie je bent, met kleding die dicht bij je staat, maar vindt daarin ook een balans op het werk. Ga als werkgever het gesprek aan, liefst al bij de sollicitatie, zodat meteen duidelijk wordt of je bij elkaar past.”
Kun je als werkgever een dresscode opleggen? Een werkgever heeft een zogeheten instructierecht als het om kledingvoorschriften op werk gaat. Dit betekent dat de werkgever instructies mag geven aan werknemers over hoe zij zich moeten kleden. Als werknemer moet je je aan deze instructies houden mits er een ‘objectieve rechtvaardigingsgrond’ is voor de kledingvoorschriften. Zonder goede reden mag een werkgever geen kledingvoorschrift opleggen. Het is altijd een afweging tussen het recht van de werkgever om een bepaalde uitstraling van medewerkers te verlangen en het recht van de medewerkers om zich zo te presenteren dat zij zich daar prettig bij voelen. En Nederlanders zijn de moeilijksten niet, zo blijkt uit een onderzoek van YoungCapital. Bijna tachtig procent van de jongeren is bereid zijn hipsterbaard af te scheren als de werkgever daarom vraagt. Een piercing verwijderen doet 71,8 procent, een tattoo bedekken 80 procent en de kledingstijl aanpassen 69,3 procent. “Dit geeft nog maar eens aan hoe belangrijk het is om het gesprek aan te gaan. Niet meteen als werkgever op je strepen gaan staan, maar met een dialoog kom je vaak verder.”